Natuurblog
Ons natuurblog is een verzameling van studies, bedenkingen, observaties over onze natuurgebieden, over soorten, over allerlei interessante onderwerpen.
Het is weer bijna zo ver, het Grote Vogeltelweekend: vogels herkennen en tellen in de tuin van ons papa, met een cava en een lekkere brunch erbij. Ik kijk er al naar uit maar ik ga toch nog even oefenen op al die grote en kleine gevederde beestjes. Ik noteer nu al een paar jaar welke vogels en hoeveel er in de tuin komen. Ik kan steeds een groot aantal vinken en koolmezen optekenen maar dit jaar tref ik met moeite een tweetal pimpelmezen en de bendes staartmezen houden het dit jaar ook voor bekeken. Daarentegen heb ik heel veel merels die mijn tuin bezetten zowel de mannetjes als de vrouwtjes. Het hoogste aantal dat ik telde was acht. Ook de superschuwe grote bonte specht is van de partij. Stiekem vliegt hij naar de paal met voederblok maar meermaals verraadt hij zichzelf. Hij begint dan te roepen. Als ik het opmerk en ik beweeg dan vliegt hij steevast verontwaardigd weg onder een luid gegil. Sinds kort komt het vrouwtje ook op bezoek maar het is echt onbegonnen werk om er een goede foto van te nemen.
Enkele dagen geleden was het super mooi weer en over de middag maakte ik een korte wandeling. De lucht was helderblauw en de zon scheen fel. Ik werd getrakteerd op een bende ‘putters’ (distelvinken) die zich met hun heerlijk gezang hoog in de top van een boom hadden gesetteld. De knalrode kopjes schitterden als een robijn. De lente is bijna in het land ,wat ik enkele uren later niet meer dacht. Toen leek het wel weer Halloween met het mistige weer. Een beetje verderop was een ekster druk bezig met het herstellen van een nest. Tijdens het schikken van de takken was de ekster nog volop aan het tateren, zonder de takken te laten vallen.
Nu er nog geen bladeren aan de bomen staan, is dit het uitgelezen moment om het bos in te trekken en op zoek te gaan naar vogels die je anders altijd hoort maar bijna nooit ziet. Hou ook rekening met lichtinval. Soms zie je een mooi silhouet en levert het je een prachtige foto op maar geen kleuren en in sommige gevallen zelfs geen herkenning van de vogel. Zo stond ik vorig jaar plots oog in oog met een boomkruiper. Geen van beiden had elkaar verwacht: het was een grauw vogeltje en het viel me op dat zijn bekje licht naar onder gebogen was. Het beestje zit zonder foto in mijn geheugen gegrift en ik in het zijne ook denk ik.
Foto van de specht vanuit de luie zetel met de GSM:
Nieuwjaarsdag is voor mij een dag in stijl. Het is namelijk de enige dag van het jaar dat ik luister naar klassieke muziek, de klanken uit de Weense concertzaal buitelen door de woonkamer en ik ben dol op walsen en polka’s. Hoe sneller het lied zit, hoe beter. Onverwachts kreeg nieuwjaarsdag nog een gouden randje: de grauwe wolken losten op en daar was de zon. Die gele bol en die warme gloed, dat noemen ze de zon. Meteen kwam de natuur ook tot leven, zo leek het wel. Maar toen bedacht ik mij dat het leven in de winter gewoon doorgaat en dat de natuur helemaal niet dood is maar zich in alle stilte voorbereidt op een nieuw jaar.
De dagen korten, de nachten worden alsmaar langer. Vorige week werd ik met mijn neus bikkelhard op dit feit gedrukt. Bij het binnenstappen van de supermarkt was het nog licht. Toen ik er buitenkwam was het nacht. Gelukkig bracht de kerstversiering enig soelaas, veel lichtpuntjes in de duisternis. Nog een goede 2 weken en dan lengen de dagen eindelijk weer.
Ineens staan ze er, aan de rand van het fietspad dat door het sprookjesbos voert, de mega grote parasolzwammen. Op dat moment zou ik ze liever parapluzwammen noemen. Ingepakt in waterafstotende kledij fiets ik licht vloekend verder. ‘Ja, akkoord het moet dringend regenen, er is een tekort aan grondwater maar kan het nu niet gewoon ’s nachts regenen? Niet op het moment dat ik moet gaan werken? Moeilijk kan dat nu toch niet zijn?’
Een warme oranje zon en een strakke blauwe lucht, hiervan krijg je zin om te gaan wandelen in het bos. De herfstzon scheen met een warme gloed op het mooie verkleurde gebladerte, de staartmezen buitelden met zijn allen door de bomen en hoog in de lucht cirkelden miauwende buizerds In het begin van de week had het nog fel geregend en dat zorgde voor mooi gekleurde, giftige en minder giftige paddenstoelen.
Hoe snel gaat een zot jaar vooruit? Het is alweer september. Nog 4 maanden en we zitten aan het einde van het jaar 2021. Overal ter wereld (zelfs in België) zet de natuur de puntje op de ‘i’, haar krachten zijn niet te vatten. Rondom mij echter lijkt het alsof moeder natuur haar gewone gang gaat. (ook al regent het iets te veel naar mijn zin en ben ik echt blij met zon en wolken en géén spat regen. Ja, een mens kan blij worden van kleine dingen.) Sinds half augustus zijn de bomen beginnen verkleuren: Het frisse groen maakt eensklaps plaats voor verscheidene kleurentinten.
Super luie zondag. De zon schijnt volop, hét moment om naar buiten te gaan en leuke dingen te doen. In plaats daarvan lig ik languit in mijn limoengroene zetel, het raam naar het kattenverblijf wagenwijd open. Een zachte bries waait af en toe binnen, als ik mijn ogen sluit lijkt het alsof ik aan zee zit, het radioprogramma Camping Belgica van Stubru op de achtergrond en mijn kat Zorro parkeert haar zo mogelijk nog luier languit op mijn benen, haar blik gericht naar het geopende raam. Tegelijk zit ze ook in de startblokken … klaar om aan te vallen indien een vlinder of bijtje er nog maar aan denkt om binnen te vliegen. Het kattenfort moet verdedigd worden, bij voorkeur door stoere krijgster Zorro want stoere kater Pijl ligt ergens op een handdoek in dromenland, compleet KO.
Nu er geen avondklok meer is en de café’s véél later sluiten dan voorheen is de kans heel groot dat ik af en toe al eens in het donker naar huis fiets.
Ik kijk reikhalzend uit naar een jagende kerkuil of vleermuis maar ook op de begane grond is er op dit late tijdstip nog volop leven. Ratten en muizen schieten de fietswegel over en ook halve stekelige bolletjes (egels hebben maar liefst tussen de 6000 à 9000 stekels) trippelen op hoge poten al snuffelend door de nacht.
Zoals ik al eerder schreef: ik ben een super luie tuinier en ‘Maai – mei – niet – maand’ klonk als muziek in de oren.
Zo gezegd zo gedaan: ik heb de hele maand mei (en ook een stuk van juni) mijn tuin niet gemaaid. De bloemen, grassen, zonnebloemen en ook jonge eikenboompjes groeiden en bloeiden volop. Ik had ook wel veel last van bruine naaktslakken en sinds kort bestaat er een nieuwe soort: ‘vliegende’ naaktslakken. In de buurt zit een egel (die op hoge poten enorm snel kan lopen) en ik ben er van overtuigd dat die superblij zal zijn met deze toegeworpen hapjes.
Om er voor te zorgen dat de collega’s gezond en sportief blijven, organiseert mijn werk een Sportchallenge. Per groepje van 4 zetten we per week en dat gedurende 1 maand een X –aantal stappen. Deze week is het de bedoeling dat we 200.000 stappen zetten en volgende week zetten we er 225.000… dat komt helemaal goed. Zo’n trip is het ideale moment om te Bioblitz-en, foto’s te nemen en stappen te zetten uiteraard.